Je hoort er niet zoveel over, want ‘Het hoort bij het leven’, ‘Mensen komen en gaan ook weer als het hun tijd is’, ‘Het eeuwige leven bestaat niet’. Of is het omdat iedereen dit ooit meemaakt? Het is allemaal waar, maar het neemt het feit niet weg dat een ouder verliezen pijn doet. Heel veel pijn.

Je vader of moeder die jou op de wereld heeft gezet, die alles wat in zijn of haar macht lag, heeft gedaan om jou te geven wat je nodig had. Die jou het leven heeft gegeven.

De diagnose van een terminale ziekte bij één van je ouders verandert alles. De tijdelijkheid van het leven is niet iets waar je doorgaans dagelijks bij stilstaat. En ineens voert de ‘tijdelijkheid’ de boventoon. Evenals de kwetsbaarheid. De kwetsbaarheid van ons als mensen. Ja, we hebben allemaal een tijdelijk bestaan in ons kwetsbare lichaam. In theorie weten we het allemaal, maar de confrontatie ermee is heftig. Het zet je wereld op z’n kop. De manier waarop je naar je ouder kijkt verandert. En de manier waarop je naar de wereld kijkt ook.

Ga je elkaar dan nooit meer zien? Gaan we nooit meer samen lachen? Diepzinnige gesprekken voeren? Stomme grapjes maken die wij alleen snappen? Wie gaat me dan advies geven? Wie helpt me uit de brand als het nodig is?

Je rots in de branding, één van je wortels wordt steeds zieker en zieker en je kijkt machteloos toe. Natuurlijk doe je alles wat je kunt. Je helpt waar je kunt en je probeert het lijden te verzachten. Maar van binnen huil je. Stilletjes in je eigen wereld. Het doet pijn. Je weet dat er ooit een afscheid komt. Kon je maar meer doen. Kon je het lijden maar stoppen. Kon je maar wonderen verrichten. Wat je ook doet, het afscheid komt elke dag dichterbij.

Je doet de dagelijkse dingen die nodig zijn, je ‘leeft’ je leven. Ook daar doe je wat je kunt, zo ‘normaal mogelijk’. Je werkt, doet je boodschappen, je spreekt af met vrienden. Je zoekt af en toe afleiding om op te laden en mensen zijn er voor je. Liefdevol en heel erg nodig, want eenzaam voel je je in jouw pad. Maar wat je ook doet, altijd zijn je gedachten bij je zieke ouder. Niemand voelt echt wat jij voelt. Het pad is heel alleen en uitzichtloos. Er is geen goede afloop waar je aan vast kunt houden. Het ‘komt niet meer goed’. Het enige waar je je op kunt richten is het samen nog zo fijn en pijnloos mogelijk maken.

Je zuigt alle momenten in je op. Alles wat je nog mee mag maken samen. Want het is ineens ‘tijdelijk’. Het besef dat het van het ene op het andere moment weg kan zijn, achtervolgt je. En als het lukt, deel je wat je wilt delen en vraag je wat je wilt vragen. Straks hoor ik zijn of haar stem nooit meer… rare gedachte, waar je helemaal niet aan wilt denken. Maar heel erg waar.

Komt er nog een afscheid? Wat ga je tegen elkaar zeggen dan? Wat zeg je bij een afscheid voor altijd? Of gebeurt er plotseling iets en word je zonder woorden of gedachten uit elkaar getrokken? Allemaal gedachten en emoties die spelen in je hoofd en hart. In beide gevallen scheiden je wegen en beide gevallen doen pijn. Woorden, geen woorden, gedachten, geen gedachten. Iemand zien lijden en weten dat je die persoon moet gaan missen voor altijd doet gewoon heel erg veel pijn.

Nooit meer blikken uitwisselen, nooit meer een gesprek zoals je die met hem of haar had. Nooit meer die ‘hé, ik lijk toch meer op je dan ik dacht’. Het is toch bijzonder om te zien hoe je gevormd bent uiterlijk, maar ook innerlijk mede door je ouders. Nooit meer dat, zonder woorden, thuisgevoel.

Je houdt zijn of haar hand vast en voelt de warmte. In de wetenschap dat deze hand ook ooit koud gaat voelen. Je kijkt in zijn of haar ogen en zuigt alles op wat je ziet. Alsof je foto’s maakt in je hoofd. Om voor altijd te bewaren. Alles wil je registreren, zo bang om het te verliezen. Tranen hou je zoveel mogelijk voor jezelf. Als jij al zo verdrietig bent, hoe moet hij of zij zich dan in godsnaam voelen? Dat lijkt bijna niet te dragen.

En ineens is het er. De dood. De ogen zijn gesloten en de hand die je zo goed kent, wordt koud. Je weet nog dat je hier ooit eerder aan dacht. Je verscheurt van binnen. Alsof één van je wortels weggetrokken wordt, een deel van jezelf.

Het onvermijdelijke is gebeurd.

Het lijden is over. Maar in jouw leven ontstaat een groot gapend gap. Een gemis. Er volgt een roes van praktische zaken regelen. Verdriet wisselt af met nadenken, 1001 dingen moeten er geregeld worden. Mensen over de vloer. Het houdt je op de been, regel, regel, regel.
Vaak pas na de begrafenis of crematie komt de stilte. De echte stilte en het besef. Waar hij of zij is daar zijn we nog niet over uit hier op aarde, maar het gemis hier is groot. Ineens moet je verder zonder ouder.

In het begin is het gemis vaak erg aanwezig en hopelijk heb je ruimte voor het verdriet wat het met zich meebrengt. Na een tijd wordt het een ‘gegeven’. Je hebt geen ouder meer. Als mensen vragen naar je ouders, moet je ineens zeggen dat je vader of moeder is overleden. Ook een zin waar je nooit aan hebt gedacht. Heel raar om dat te moeten zeggen.

Soms vergeet ik even wat er allemaal is gebeurd en zit m’n vader in mijn beleving gewoon lekker thuis te scrabbelen. Ondanks dat het besef vaak heel snel daarna weer als een bom inslaat, blijf ik zolang mogelijk op dat moment dat gevoel vasthouden. Het voelt fijn om te voelen dat hij er nog is, ondanks dat ik hem niet zie. En als hij niet daar zit, zit hij misschien wel ergens anders. En als hij niet aan het scrabbelen is, is hij misschien wat anders aan het doen. We zullen het voorlopig niet weten…

Ook al lijkt alles na een tijd z’n plek meer te vinden en ‘is het zoals het is’, het gemis draag je voor altijd met je mee. Soms op de voorgrond, soms op de achtergrond. Het gapende gat wordt langzaam opgevuld met gedachten en emoties, herinneringen. Soms zie ik mezelf iets precies op zijn manier doen en glimlach ik op dat moment met een knipoog ‘naar boven’. Ik denk vaak aan hem als ik een vogel hoor, zou hij er nog steeds van genieten? Soms heb ik even een onderonsje, vraag ik advies en deel ik mijn gedachten. En soms pink ik op onverwachte momenten een traan of meer weg. Mijn vader zal altijd in m’n leven blijven.

Iedereen komt er ooit voor te staan en het ‘hoort zo bij het leven’, maar dat neemt de pijn van jouw gemis niet weg. Jouw herinneringen, jouw verlies. En dat mag er zijn.

Ik wens je veel momenten toe dat je ouder bij je is. Dat hij of zij vaak in je gedachten mag komen, bij bepaalde gebeurtenissen of gewoon als je de zon op ziet komen. Dat je je gedachten hardop mag delen en soms samen even lacht om iets. Dat hij of zij deel mag zijn van jouw leven, zoals jij een deel bent van hem of haar. Dat je ouder mag voortleven in jou.

Het gemis kan een ander niet voor je opvullen en jouw pad kan een ander niet voor je lopen, maar delen en praten helpt enorm in je proces. En als er even niemand is in je omgeving om mee te praten, bel ons gerust. We zijn er graag voor je. Je staat er niet alleen voor.

Wil je graag praten met iemand? Onze consulenten zitten voor je klaar.

[belfabriek-medewerker id=”31″]

[belfabriek-medewerker id=”33″]

[belfabriek-medewerker id=”38″]

[belfabriek-medewerker id=”9″]

[belfabriek-medewerker id=”5″]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *